Een betekenisvolle oorlogsplek
Column van Margaret Leidelmeijer, Coördinator Tentoonstellingen & Kenniscentrum bij het IHC
Voor mijn familie zijn er geen betekenisvolle oorlogsplekken in Nederland. De oorlog vond ver weg plaats, maar was tegelijkertijd ook heel dichtbij. Het oorlogsverhaal van de familie van mijn moeder Lily Kayatoe (1923) is een minder bekend verhaal. Zij leefden tijdens de oorlog in de Indonesisch-Japanse samenleving en moesten zien te overleven. Ik was niet bekend met een duidelijke betekenisvolle oorlogsplek, maar in de loop der tijd bleek er toch een te zijn.
Een jaar nadat mijn vader Dolf was overleden, ben ik met mijn moeder naar Makassar gegaan. Ze was nog steeds heel erg verdrietig en wilde graag terug naar haar geboorteland en heel specifiek naar de kampong Momoa. Waarom daar? De betekenis daarvan was me in 1982 nog grotendeels ontgaan. Nu, jaren later, nadat ik zelf een rouwproces heb doorgemaakt, komt het begrip.
Momoa is een kampong 6 à 7 km van Makassar in Zuid-Sulawesi, een kleine gemeenschap van boeren, die leefden van de rijstbouw. Het staat niet op de kaart, maar het ligt tussen Makassar en Sungguminasa. Onze familie op Sulawesi bestaat uit een Makassaars-Buginese en een Indisch-Makassaarse-Buginese tak. De familieverbanden waren hecht.
Familie Kayatoe
Voor mijn Indische familie was het niet veilig in Makassar. Mijn opa was geïnterneerd in het mannenkamp Parepare en mijn oma stond er alleen voor met een groot gezin van acht kinderen, waarvan de jongste nog een baby was. Het inkomen viel weg. Met de verkoop van zelfgemaakt speelgoed en werk in de fabrieken probeerde het gezin aan inkomsten te komen. Dit was niet voldoende. Hun huis werd daarom eerst verhuurd aan een Chinees en later verkocht. De oudste meisjes, mijn moeder en haar zusje Vera (1925) moesten uit het zicht van de Japanners blijven. De zussen waren al een keer opgepakt en gevangengezet voor werkweigering in een Japanse horecagelegenheid. Gelukkig schoot de Makassaarse familie te hulp en kwamen ze vrij. Mijn oma Minette en haar zus oma Pop gingen met hun families voor de veiligheid bij elkaar wonen, eerst in een kampong in Makassar zelf. Maar door de vele bombardementen zochten ze hun heil buiten Makassar: de kampong Momoa. Later begreep ik, dat er hier Indonesische familieleden woonden.
Mijn moeder nam me in 1982 hier mee naar toe. Ze was zo blij hier weer te zijn, ondanks de nare herinneringen uit die tijd. Want naast de nare herinneringen waren er ook goede herinneringen. Hier ontmoette ze mijn vader. Het verhaal gaat dat zijn moeder, oma Dolly, hem had vrijgekocht met haar gouden trouwring uit het interneringskamp Parepare. Via omzwervingen waren moeder en zoon ook in dit dorp beland. Constant dreigde er gevaar, want ze waren tenslotte allemaal Nederlands en dus de vijand. In de loop van de oorlog werd alles schaarser, waren er geen mogelijkheden meer om geld te verdienen en was er bijna geen voedsel meer. Mijn moeder vertelde over de erge honger, maar vooral hoe zielig het was dat de kleintjes honger hadden en ze deed alles om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Maar soms was er gewoon niets meer. Het ging haar zo aan het hart.
Dolf, de vader van Margaret met zijn moeder Dolly
Chris, de man van oma Pop was uit een krijgsgevangenkamp op Borneo ontsnapt en met een prauw van familie naar Sulawesi gevaren. Hij had een simpele radio meegebracht waarmee hij berichten van de geallieerden kon ontvangen. Zo hoorde hij over de capitulatie van Japan. Dit werd gevierd: ze hebben geproost en het Wilhelmus gezongen. Maar de volgende dag kwam een Makassaarse vrijheidsstrijder, die gelukkig familie was, hen waarschuwen om snel te vertrekken. Uit de bergen zouden de vrijheidsstrijders komen, die geen familie waren, en de kans was groot dat ze dan vermoord zouden worden omdat ze Nederlanders waren. De families zijn toen met een grobak (kar), waarbij de jongens de kar moesten trekken, vertrokken naar het beveiligde Nederlandse deel in Makassar.
Voor mijn moeder was Momoa een oorlogsplek van betekenis. Het dorp waar mijn ouders elkaar hebben leren kennen, waar ze samen een zware periode in de oorlog hebben meegemaakt en waar een band gesmeed is voor het leven. De gebeurtenissen in de oorlog hebben ons ouderlijk gezin nooit verlaten. Maar door mijn moeders sterke karakter, positieve kijk op het leven en haar oneindige geduld met mijn vader, zijn we er als gezin toch goed doorheen gekomen. Momoa, een betekenisvolle oorlogsplek voor mijn moeder, dat ook van betekenis bleek om het verlies van haar man een plek te geven.
Dolf en Lily in het pension
Oma Minette, Lily, Dolf en hun gezin in Nederland. Margaret zit nog in de buik van Lily.