De rol van Indonesië en Nederland als elkaars toegangspoort tot respectievelijk Oost-Azië en Europa kan beide landen veel voordelen opleveren.
Daarvoor moeten de twee landen elkaar wel beter leren kennen. Dat zei de Indonesische oud-minister van Buitenlandse Zaken Hassan Wirajuda dinsdagmiddag tijdens de Gebaarlezing in Den Haag.
Ondanks een gedeeld verleden kennen Indonesië en Nederland elkaar niet, zegt Wirajuda. Hij wijdt dit aan het feit dat de Nederlandse aanwezigheid in het voormalige Nederlands-Indië gericht was op het maken van winst. Om de onderlinge relaties naar een hoger niveau te tillen moeten beide landen werken aan een open dialoog.
De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan een samenwerkingsovereenkomst tussen Indonesië en Nederland, het Comprehensive Partnership. Wirajuda benadrukt de noodzaak tot persoonlijke contacten, onder meer via culturele evenementen en uitwisseling van studenten, academici, journalisten en mediaprofessionals. Gezamenlijke onderwijs- en onderzoeksprogramma’s vindt hij essentieel.
Volgens Wirajuda betekent het uitstel van president Yudhoyono’s bezoek aan Nederland geen afstel. Het onderstreept wel het belang om met elkaar in gesprek te blijven voor een wederzijds begrip tussen Indonesië en Nederland, zegt de oud-bewindsman.
Coreferent Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, is positief over dit partnerschap en ziet vooral een samenwerking tussen de twee landen op het gebied van duurzame groei ‘opdat we de planeet in goede staat kunnen doorgeven aan latere generaties’. Indonesië is een land dat hard groeit en over een groot natuurreservoir beschikt.